Briefing
De briefing gebeurt doorgaans in twee delen. Enerzijds is er een teambriefing. Op dit moment deel je informatie waarover elk van de deelnemers mag beschikken. Vervolgens ga je over tot individuele (of in kleine groepjes) briefings.
Teambriefing
Tijdens de teambriefing worden de rollen verduidelijkt. Het kennen van de rollen creëert ook bepaalde verwachtingen en kan invloed hebben op de acties van de deelnemers. Je kan er dus ook bewust voor kiezen nog niet alle rollen bekend te maken.
Doorgaans geef je op dit moment ook de naam en de geschiedenis van/informatie over de zorgvrager(s).
Tijdens de briefing kan ook de apparatuur gecontroleerd/ingesteld worden en kan een terugkoppeling met de operator plaatsvinden.
Briefing casus
Zorg per deelnemer voor een duidelijke verhaallijn in het scenario. Denk niet alleen aan het grotere concept. Per deelnemer voor een duidelijke en relevante instructie. Indien meerdere deelnemers op een bepaalde manier gerelateerd zijn in het scenario, dan kunnen zij samen gebrieft worden.
Denk bij de instructies bijvoorbeeld aan:
- Wie neemt deel? Wie kan samen gebrieft worden?
- Wat moet gedaan worden?
- Waar vindt het scenario plaats?
- Wanneer vindt de situatie plaats?
- Waarom ontstond deze situatie?
- Welke motieven volgen deelnemers?
- Wat willen deelnemers bereiken?