Scenario

Voor de ontwikkeling van het scenario verwijzen we je graag naar het bijhorende leerpad. Hiervoor ging het al even over realiteit en de impact hiervan op de inleving. Hieronder wordt nog wat dieper ingegaan op scenariorealiteit.

Scenariorealiteit

De scenariorealiteit zal steeds in meerdere of mindere mate verschillen van de klinische praktijk. Het is belangrijk om per scenario het "hier en het nu van het scenario" te bepalen. 

Tijdens het scenario zullen we zo veel mogelijk doen zoals we zouden doen in realiteit. Sommige zaken kan je evenwel niet simuleren. Dit noemen we black boxes of dus zwarte gaten. Het is belangrijk deze zo veel mogelijk te vermijden. Indien ze niet vermeden kunnen worden, moeten ze uitdrukkelijk geduid worden in de pre briefing. Op zo'n moment gaan we een 'fictiecontract' aan.

Ter illustratie

Morty Meekle - March 6, 1958, in SEKOTS studios's Comic Strip Art - Daily  Comic Art Gallery Room

Types deelnemers

Een dergelijk fictiecontract kan impact hebben op het gedrag en de inleving van de deelnemer. Algemeen zie je verschillende types deelnemers. Sommigen vinden het moeilijk zich volledig in te leven of komen af en toe terug in de dagelijkse realiteit in het midden van het scenario. De black boxes kunnen hier een impact hebben. Dit kan en dit mag. Daarnaast zijn er, zoals hiervoor reeds aangehaald, ook factoren die je wel in de hand hebt om de realiteit te verhogen en die voor iedereen hetzelfde zijn. Ook is er een veiligheid voor alle deelnemers dat ze eigenlijk niets echt 'verkeerd' kunnen doen.

Bovenaan de cilinder zit de deelnemer in de scenariorealiteit. Onderaan de cilinder bevindt zich de dagelijkse realiteit. 
 
Deelnemer a is wat we noemen een 'believer'. Deze deelnemer gaat mee in de scenariorealiteit.
 
Deelnemer j is het tegenovergestelde. Dit is een zogenaamde non-believer die niet mee kan gaan in de scenariorealiteit.
 
Deelnemer h is evenwel een deelnemer waar we aandachtig voor moeten zijn. Deze komt niet helemaal tot de scenariorealiteit, maar blijft nadien wel nog met iets zitten. Dit kan vervolgens bv. worden meegenomen op stage. Hier wordt het belang van een goede debriefing geïllustreerd.
 
Deelnemer i zit in een moeilijk parket. Deze geraakt moeilijk uit het scenario. Dit kan je voorkomen door een goede facilitatie. Soms kan het ook nodig zijn te duiden dat ze niets verkeerd gedaan hebben.
Algemeen is het interessant om deze types te herkennen tijdens het scenario en tijdens de debriefing in het achterhoofd te houden.

 

Voorbeelden

Ook vrachtwagenchauffeurs voeren simulaties uit om hun rijstijl te optimaliseren. Het betreft louter een cabine, waardoor hun gevoel anders is dan de realiteit. Ook rijden ze in wat een '3D-gerenderde' omgeving noemt. Wanneer dit vooraf voldoende geduid wordt, zorgt dit evenwel voor minder wrevel tijdens de simulatie op zich.